Vaste planten zoals salie, zonnehoed, ridderspoor, (tuin)geranium en duizendblad komen elk jaar terug. In het voorjaar lopen ze opnieuw uit en ze groeien en bloeien flink tijdens het groeiseizoen. In de winter blijven vaak uitgebloeide bloemen, zaadhoofden en dorre stengels staan. Maar wanneer kan je vaste planten snoeien?
Wat is een vaste plant?
Hoewel er vaak wat verwarring bestaat over de term vaste planten (waarbij gedacht wordt dat alle planten die de winter overleven vaste planten zijn, of alle planten die groen blijven in de winter), gaat het om een specifieke groep planten:
Vaste planten zijn planten met een niet houtige groei, die in de winter boven de grond afsterven. De wortels overleven ondergronds en lopen in het voorjaar weer opnieuw uit. Vaste planten zijn dus wel winterhard, maar vaak niet wintergroen.
Wanneer moet je vaste planten snoeien?
Het snoeien van vaste planten kan zowel in het najaar, als in het voorjaar. Toch raden we aan om dit vooral in het voorjaar te doen. Zo profiteren dieren en insecten nog de hele winter van voedsel en schuilplaatsen. Ook beschermd het oude loof vaak de groeipunten aan de basis.
De beste tijd om vaste planten te snoeien is in het voorjaar, als de nieuwe groeipunten weer zichtbaar worden. Door te snoeien ontstaat voldoende groeiruimte voor de planten om ook dit jaar weer mooi te groeien en bloeien. Snoei alle vaste planten af tot laag boven de grond.
Worden de planten te groot, dan kunnen deze meteen gesplitst worden in meerdere kleinere planten. Het middelste gedeelte van de vaste plant in kwestie kan dan het beste verwijderd worden. Omdat vaste planten naar buiten toe groeien, zal er na verloop van tijd steeds minder groei zijn in het midden.
Als je in het vroege voorjaar snoeit, dan kan je het beste het snoeiafval naast de planten laten liggen, zodat je de schuilplaatsen en het voedsel voor dieren en insecten niet meteen verwijderd uit je tuin.